Fietsen is schitterend in de herfst: de prachtige kleuren, rustgevende vogelgeluiden en het zonlicht tussen de bomen…

Drenthe heeft drie geweldige Nationale Parken: Dwingelderveld, het Drents-Friese Wold en de Drentsche Aa. Hier kunt u genieten van de prachtige natuur in de herfst. Daarnaast is er ook een rijke cultuurhistorie in Drenthe.

Nationaal Park Dwingelderveld

Het grootste natte heidegebied van West-Europa. U vindt hier zeldzame dieren en planten.

Onder invloed van wisselende klimatologische omstandigheden is het gebied lang geleden gevormd. Er ontstond een bodem met veel stenen, rotsblokken, grint en zand onder de voorlaatste IJstijd.

Het menselijk ingrijpen in het gebied is beperkt gebleven. Daardoor heeft het Dwingelderveld z'n voedselarme en vochtige karakter kunnen bewaren.

Het Scandinavische ijs, maalde de bodemmateriaal 'fijn'  tot een vrij compacte massa. Dit zogenoemde 'keileem'  is in grote delen van het Dwingelderveld terug te vinden. Boven de keileemlaag ligt een pakket dek- en stuifzanden, ontstaan door de wind die ongeveer 20.000 jaar geleden veel zand aanvoerde, en door zand dat door smeltwater werd meegenomen.

Het keileemlaag maakt het gebied bijzonder. Deze laag voorkomt dat regenwater direct wegzakt in de bodem. Daardoor zijn bijzondere omstandigheden ontstaan waardoor zeldzame flora en fauna zich in dit gebied kunnen vestigen. Een van die omstandigheden is het feit dat het gebied zijn eigen watersysteem heeft.

Drents-Friese Wold National Park

Een van de grootste natuurgebieden van Nederland. In het jaar 2000 werden beekdalgraslanden, heide, stuifzand en bos aangewezen als nationaal park.

Door de afwisseling in landschapstypen en bijbehorende plantengroei is er een dierenrijk ontstaan. Vooral vogels zijn er in overvloed. Bosvogels, graslandvogels en moerasvogels zijn op korte afstand van elkaar te vinden.

Het Drents-Friese Wold bos heeft een natuurlijker karakter. Met verschillende soorten bomen van verschillende leeftijden, in plaats van een productief bos. Typisch Hollandse loofbomen, zoals de gewone eik en beuk. Inheemse bomen zoals de gewone eik kunnen het leefgebied zijn van insectensoorten. De bossen in het Drents-Friese Wold zijn grotendeels in cultuur gebracht en bestaan voor 70 tot 80% uit naaldbomen.

Een van de meest bijzondere diersoorten van het Nationaal Park is de adder. Er komen nog twee andere slangensoorten voor: de ringslang en de glibberige slang. Beide soorten zijn niet giftig en helaas veel zeldzamer dan de adder.

Op sommige plaatsen in het Drents-Friese Wold zijn grafheuvels uit de IJzer- en Bronstijd te zien. Deze terpen werden gebruikt om doden te begraven. De meeste grafheuvels zijn recentelijk gerestaureerd. De megalithische tombe stamt uit de periode tussen 3400 en 2600 voor Christus. Megalithische graven zijn gewelven waarin ook de doden werden begraven, samen met enkele grafgiften, zoals prachtig versierde trechterbekers.

Ook elders in het Drents-Friese Wold zijn meer stuifzandgebieden, zoals het Witte Zand bij Diever.

Nationaal Park Drentsche Aa

Het Drentsche Aa landschap is ontstaan door een samenwerking van natuur en mens. U kunt ook hier veel bijzondere planten en dieren vinden. Maar ook de meeste prehistorische monumenten van ons land bij elkaar. Het best bewaarde esdorpenlandschap van West-Europa. Waar u de geschiedenis van de dorpen, essen, velden en beken nog kunt voelen.

De landbouw bepaalt grotendeels het beeld in het Drentsche Aa landschap. Nergens vind u zoveel cultuurhistorische overblijfselen dicht bij elkaar.

Het Drentsche Aa-gebied is rijk aan oude Saksische boerderijen. Er zijn karakteristieke brinkdorpen ook met molens en kerken bewaard gebleven.

In Anloo staat de oudste kerk van Drenthe en is deels gemaakt van tufsteen. De Romaanse kerk is te herkennen aan de ronde ramen. Een andere oude kerk staat in Rolde. Het is een 15e eeuws kerk in Gotische stijl. Te herkennen aan de hoge ramen met spitse bogen.